In de rij in Zelhemse oliebollensteeg: ‘Vanaf hier is het nog drie kwartier!’
Oliebollen, oliebollen en nog eens oliebollen. Maar daarvoor moest je op oudejaarsdag bij bakkerij Scholten in Zelhem wel even geduld hebben. Zo ook onze verslaggever
Door Luuk Stam
ZELHEM – Zij die de buit al binnen hebben, komen met een gelukzalige blik in hun ogen de oliebollensteeg uitgelopen. Zij wel. Zelf sta ik hier deze middag – het is half twee – nog aan de rand van de Zelhemse Smidsstraat, pal voor de deur bij bakkerij Scholten. Die deur is open, maar alleen voor brood, koek en ander regulier lekkers. Wie voor dé oudejaarslekkernij komt, moet hier het hoekje om, de steeg in. Hoeveel mensen daar staan, dat kan ik nog niet zien. Het gaat nog zeker een kwartier duren voordat ik überhaupt op die hoek ben. En hoe lang tot de oliebollen en wellicht zelfs appelbeignets? “Vanaf hier is het nog drie kwartier!”, aldus een man met zijn armen vol. Een vrouw zegt dat ze geen voeten meer over heeft.
Dit was zo ongelofelijk niet de planning. Eigen schuld. Het moment van oliebollen kopen heb ik deze laatste dag van het jaar te ver voor me uitgeschoven. Ik besefte: het was een risico. Maar er zouden er toch nog wel ergens wat overblijven? Zoals altijd gaat de rit eerst naar het zwembad in Hengelo, waar de oliebollen van de Doetinchemse bakker Aloys Lurvink komen, een deel van de opbrengst komt hier ten goede aan het zwembad. De zaken zijn hier goed gegaan vandaag. Wat heet: alles is op. Zelfs Lurvink heeft niets meer. In de Hengelose zwembadkantine liggen enkel nog wat bestellingen. En kwarkbollen, maar daar kan ik thuis niet mee aankomen. Ik heb het beloofd: ik zou ze halen, die oliebollen.
Zucht van verlichting
Van anderen hoor ik verhalen dat ze in Hengelo al op meer plekken hebben misgegrepen. Het is me duidelijk: iedereen wil oliebollen. Toch zie ik er ook de uitdaging in. Ik ga met oliebollen thuiskomen, al moet ik er de gehele regio voor door. In Keijenborg is de bakker al dicht. Dan maar naar Zelhem. Daar heb ik vanochtend beelden van langs zien komen op Facebook. Een flinke rij van mensen al wachtend in het steegje bij Scholten, mét Top2000-muziek. Daar zullen ze toch nog niet op zijn? Wanneer ik de Smidsstraat inloop, slaak ik een zucht van verlichting. Hier staan nog volop mensen te wachten, hier zijn nog oliebollen!
Het voornemen om het gehele jaar niet in een lange rij te gaan staan, is op de valreep mislukt, maar een rij als deze verbindt. Ik tref dan ook de nodige mensen in hetzelfde schuitje. “Ik ben al bij drie bakkers geweest, overal is het op!”, hoor ik een vrouw vertellen. Ook bij de bakker verderop in deze Zelhemse straat is geen oliebol meer te krijgen. Er zit niets anders op dan hier wachten, volgens menigeen in deze rij is dat het dubbel en dwars waard, het zouden hier de lekkerste oliebollen in de regio zijn. “En deze opstelling is gewoon heel slim”, zegt een jonge vader, die zijn zoontje vanuit de kinderwagen in zijn armen heeft genomen. “Voordat je bedenkt wat je hier eigenlijk aan het doen bent, sta je al zo’n eind naar voren in de rij dat je er ook niet meer uitgaat.”
Nummer 97
Het moment van de hoek omgaan, is wel even een lichte schok. Hoeveel mensen zullen er voor mij staan? Dertig? Veertig? Vijftig? Daar in de verte wacht de beloning. Vanaf hier klinkt de Top2000. U2 om precies te zijn, nummer 97 in de lijst: Where the streets have no name. Nou, hier wel. Er staat letterlijk een straatnaambordje geposteerd: Oliebollensteeg. Tijdens de klanken van nummer 96 – Belfast Child van de Simple Minds, een nummer dat 7 minuten duurt – schiet het een paar meter op, maar ik geniet zó van het moment dat ik er nauwelijks acht op sla. Dit mag nog wel iets langer duren. Veel meer 31 december dan hier in deze steeg gaat het niet worden. Zelfs miezerregen doet niets af aan de fijne sfeer.
“Als je ze zó goed ruikt dat je ze al proeft, dan ben je bijna aan de beurt”, zegt een moeder tegen haar kinderen. Twee andere jochies, die al zeker een half uur ‘politie en boevetje’ aan het spelen zijn, beginnen ongeduldig te worden. Toch komt het lekkers nu daadwerkelijk in zicht. We zijn al voorbij de aggregaat, die dit alles medemogelijk maakt. We zien een team van keiharde werkers: bakkers, verkoopsters, dit is topsport. Ik mag het zeggen! Twee zakken graag. Zielsgeluk maakt zich van mij meester. De rij is iets geslonken, ze bakken hier nog even door. Uit de speakers klinkt Ramses Shaffy. Vanavond, na het vuurwerk, dan zal ik erover vertellen. Die wachtrij in de oliebollensteeg, het was de mooiste van het jaar.

